Mag mijn baas mijn e-mails controleren?

Arbeidsrecht Werknemer
Blog
11 september 2017

Zes regels van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Meneer Bărbulescu werkt voor een Roemeens bedrijf als sales engineer. Zijn baas vraagt hem een Yahoo Messenger-account aan te maken. Alle medewerkers krijgen strikte instructies om op het werk alleen zakelijk bezig te zijn. Ale medewerkers die met privé-aangelegenheden bezig zijn, zullen bestraft worden. De werkgever geeft ook aan dat er toezicht gehouden zal worden op de naleving van deze regels.

Meneer Bărbulescu is de enige die het wachtwoord heeft van zijn privé en zijn zakelijke Yahoo Messenger-account en waant zich veilig. Hij schrijft er fors op los. Dan roept zijn baas hem op 13 juli 2007 bij zich en wijst hem op zijn hoge internetgebruik. Meneer Bărbulescu geeft aan dat hij Yahoo Messenger alleen gebruikt voor zakelijke doeleinden. Dat had meneer Bărbulescu beter niet kunnen doen. Per kerende post krijgt hij van zijn werkgever een 45 pagina’s tellend transcript teruggestuurd met daarin alle Yahoo Messenger-teksten van zowel zijn zakelijke als zijn privé-Yahoo Messenger account. In de zakelijke berichten (gek genoeg niet in de privé-berichten) staan nogal wat intieme details van berichten die meneer Bărbulescu met zijn verloofde uitwisselde.

Ontslag aanvechten

De werkgever ontslaat vervolgens meneer Bărbulescu. Meneer Bărbulescu vecht zijn ontslag aan. Maar zowel bij de rechtbank, als in hoger beroep, krijgt hij ongelijk.

Meneer Bărbulescu laat het er niet bij zitten en gaat naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Na bijna 9 jaar doet de grote Kamer van het Hof op 5 september 2017 uitspraak over de zaak van meneer Bărbulescu.
In de tussentijd is meneer Bărbulescu door het ‘strafontslag’ nergens meer aan de bak gekomen. Zijn levensstandaard en sociale status zijn gekelderd en zijn verloofde is er vandoor gegaan.

Uitspraak van het EHRM

Allereerst oordeelt het Hof dat de communicatie van meneer Bărbulescu op het werk valt onder het begrip van ‘privé-leven en correspondentie’ van artikel 8 EVRM.

Het Hof overweegt dat ‘privéleven’ een breed begrip is. Artikel 8 EVRM beschermt het begrip ‘privéleven’ in de brede zin van het woord en daar valt ook onder de mogelijkheid voor een individu om zijn of haar sociale identeiteit te ontwikkelen en in contact met anderen te staan en relaties aan te gaan en te ontwikkelen. Ook zakelijke activiteiten kunnen onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM vallen en ook daden die plaatsvinden in een publieke context.

Sociale identiteit

De meeste mensen bouwen het grootste deel van hun relaties op gedurende hun werkzame leven. Beperkingen die een werkgever aan een werknemer oplegt in zijn werk, kunnen dus vallen binnen het bereik van de bescherming van artikel 8 EVRM. Dat is het geval als de beperkingen gevolgen hebben voor de manier waarop de werknemer zijn sociale identiteit ontwikkelt in het aangaan van relaties met anderen.

Artikel 8 EVRM bepaalt dat iedereen recht heeft op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
In dit artikel staan de woorden ‘privé leven’ en ‘correspondentie’. Voor het woord ‘leven’ staat het bijvoeglijk naamwoord ‘privé’. Maar voor het woord ‘correspondentie. Daar staat niet ‘privé-correspondentie’. Ook de e-mails verzonden vanaf het werk vallen dus onder de bescherming van artikel 8 EVRM, net als informatie verkregen door het monitoren van iemands internetgebruik, ook al zijn deze activiteiten ondernomen vanaf de computer van de werkgever.

Welke vragen moet u stellen?

Het Hof geeft daarna aan welke vragen gesteld moeten worden om te beoordelen of artikel 8 EVRM geschonden is. Het gaat om de volgende 6 vragen:

1. Inlichtingen over de controle?

Is de werknemer van te voren duidelijk ingelicht over de controle van correspondentie of andere communicatie of de invoering van controlemaatregelen door de werkgever en ook over de aard van die controle?

2. Omvang controle?

Welke omvang heeft de controle door de werkgever?

  • Gaat het om controle van de stroom van communicatie of om controle van de inhoud?
  • Is alle communicatie gecontroleerd of slechts een deel daarvan?
  • Vond de controle altijd of slechts tijdelijk plaats?
  • Hoeveel mensen kregen toegang had tot de gecontroleerde gegevens?
  • Hoe groot was het ruimtelijk bereik van de controles?

3. Reden voor controle?

Had de werkgever goede redenen voor de controle van de communicatiestroom en/of inhoud. Hoe zwaarder de inbreuk (controle op inhoud), hoe zwaarwegendere de vereiste rechtvaardiging.

4. Alternatieven?

Was het mogelijk om een minder ingrijpend controlesysteem in te bouwen dan het inzien van de inhoud van de communicatie van werknemers? Kon het doel dat door de werkgever wordt nagestreefd (zie punt 3) op een andere manier bereikt worden dan door het inzien van de volledige communicatie?

5. Gevolgen voor werknemer en gebruik voor het juiste doel?

Wat zijn de gevolgen van de controle voor de werknemer? En werden de resultaten gebruikt voor het gestelde doel (zie punt 3)?

6. Beschermingsmaatregelen?

Waren er voldoende beschermingsmaatregelen voor de werknemer daar waar de controle inbreuk maakte op zijn privacy? Zulke beschermingsmaatregelen moeten in het bijzonder verzekeren dat de werkgever geen toegang krijgt tot de inhoud van de communicatie, tenzij de werknemer van te voren op de hoogte gesteld wordt van de mogelijkheid dat zijn werkgever de inhoud van de communicatie zal inzien.

Gevolgen

Na deze algemene regels komt het Hof terug bij meneer Bărbulescu. Meneer Bărbulescu was niet van te voren is geïnformeerd over de omvang en de aard van het monitoren en de mogelijkheid dat de werkgever de inhoud van de berichten zou inzien. Ook was niet duidelijk welke goede reden de werkgever meende te hebben voor de controles. En of er alternatieven waren voor de werkgever is ook niet duidelijk geworden.

Het gedrag van de werkgever kon daarom niet door de beugel. De werkgever van meneer Bărbulescu heeft onvoldoende respect gehad voor het privé-leven en de correspondentie van meneer Bărbulescu. De Roemeense rechtspraak had meneer Bărbulescu moeten beschermen tegen die schending en dat is niet gebeurd.

De grote kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt daarom dat er sprake is van een schending van artikel 8 EVRM door de Roemeense regering.

Meneer Bărbulescu wint dus de zaak. Maar dan?

Het Hof mag dan zelf een uitspraak doen over de schadevergoedingen. Meneer Bărbulescu vordert doorbetaling van zijn loon vanaf de datum van zijn ontslag. Daarnaast vordert hij € 200.000 smartengeld.
Het Hof is hard en wijst de vordering van meneer Bărbulescu af. Ook de smartengeldvordering gaat de prullenbak in. Het oordeel dat sprake was van schending van artikel 8 EVRM vindt het Hof voldoende ‘genoegdoening’ voor meneer Bărbulescu. Ter vergoeding van gemaakte proceskosten krijgt meneer Bărbulescu wel een schamele € 1.365.

Kortom, meneet Bărbulescu komt er bekaaid vanaf. Hij is zijn werk kwijt, zijn sociale status kwijt en zijn verloofde kwijt.

Maar hij had wel gelijk.

Wilt u hier nu al meer over weten? Bel mij gerust op tel. 0172 – 42 41 72 of vul het contactformulier in.




    Gerelateerde blogs

    Heeft een verbod op nevenactiviteiten zin?

    21 september 2023

    Heeft een verbod op nevenactiviteiten zin?

    Sinds vorig jaar is er nieuwe wetgeving over nevenactiviteiten. De wetgever heeft de mogelijkheden voor een […]


    Lees meer ›
    Maak goede afspraken over relatiebeding als werkzaamheden werknemer veranderen

    4 mei 2023

    Maak goede afspraken over relatiebeding als werkzaamheden werknemer veranderen


    Lees meer ›
    Rechter fluit werkgever terug die uitkering ongevallenverzekering van werknemer opstreek

    1 maart 2023

    Rechter fluit werkgever terug die uitkering ongevallenverzekering van werknemer opstreek

    Uitkering ongevallenverzekering voor werkgever, of toch voor werknemer? Recent heeft de rechter een werkgever teruggefloten, […]


    Lees meer ›